Sommige fotografen blijven er het liefst ver van verwijderd. De meeste amateurs zullen zich in het handmatig fotograferen nog nooit verdiept hebben. Fotograferen in de M-stand is iets voor fotografie ‘adicts’, maar is dat we zo?
Wie zijn camera beter wil begrijpen en stappen wil maken in zijn ontwikkeling kan eigenlijk niet zonder. Wil je serieus de wereld van fotografie binnenstappen en het verschil kunnen maken dan heb je meer dan talent nodig. Oke, het is een zure appel waar je doorheen moet bijten maar wie het handmatig fotograferen beheerst zal nooit meer wat anders willen. Voortaan weet je in elke omstandigheid het juiste licht te meten en de juiste instellingen uit je camera te krijgen om de perfecte foto te maken.
Na het lezen van deze basis cursus spreken we af dat de automatische stand verleden tijd is. Voortaan is je eerste keuze de M-stand van je spiegelreflex camera. Die stomme flitser zal niet meer openklappen wanneer je het niet wilt en foto’s vol met ruis zullen tot het verleden behoren. Stap over je vrees heen en leer spelen met de iso-waarden, sluitertijd en maak mooie foto’ s met dromerig bokeh.
1. Hoe vind je de juiste instellingen.
De grote vraag waar iedere beginnend fotograaf mee te maken krijgt. Wat is de basis waar ik op kan beginnen en vanaf welk punt kan ik zelf mijn aanpassingen toepassen. Iedereen zal er een eigen mening over hebben en vinden dat de ene methode beter werkt dan de andere. Zelf ben ik van mening dat de makkelijkste methode om te starten toch vanuit de automatische of semi-automatische stand afkomstig is. De automatische standen zorgen ervoor dat jouw foto altijd ‘goed belicht’ is en dat je uit de hand kunt fotograferen. Deze instellingen voor Diafragma, ISO en sluitertijd neem je over wanneer je overschakelt naar handmatig fotograferen.
De belangrijkste keuze voor handmatig fotograferen zul je nu moeten maken. De camera wil namelijk weten welk onderwerp je gaat fotograferen! Elke specialisatie heeft zijn eigen kenmerken en zijn eigen mogelijkheden. Zo zal een portretfoto een grotere diafragma-opening nodig hebben en wil je voor een landschap juist een grotere. Bij sportfotografie wil je juist een korte sluitertijd om beweging vast te leggen en bij macrofotografie zul je juist de ideale balans in de belichtingsdriehoek willen vinden. Dan hebben we ook nog de ISO waarde. het helpende handje om in moeilijke lichtomstandigheden net even die extra instellingen te kunnen aanpassen. Kies dus welke instelling het belangrijkste is voor het onderwerp dat je wilt fotograferen!

Een foto maken van een waterval als deze zal zonder controle over je instellingen een lastige opgave worden.
2. Semi-automatische standen.
Wie wat verder kijkt op zijn camera zal ook wel eens de semi-automatische standen voorbij hebben zien komen. Als je weet dat de drie belangrijkste instellingen voor fotografie zijn, sluitertijd, diafragma en ISO-waarde dan valt er iets op. Het zijn precies deze drie instellingen waarmee je de semi-automatische camera instellingen kunt bedienen. Op de meeste camera’s zul je deze drie semi-automatische standen terugvinden onder de volgende afkortingen; sluitertijd-voorkeur (Tv of S), diafragma-voorkeur (Av of A) en programma modus (P).
Belangrijk om te weten is dat je in de volledige automatische modus (auto) geen enkele instelling aanpassen. In een van deze drie semi-automatische standen kunnen we in ieder geval 1 waarde aanpassen. Om de jusite instellingen te vinden zouden we er dus ook voor kunnen kiezen om een van deze semi-automatische standen te kiezen. De automatische stand houdt namelijk geen rekening met je onderwerpkeuze, deze semi-automatische standen wel. De camera zal automatisch de andere instellingen voor ISO, Sluitertijd of diafragma (afhankelijk van je keuze) hierop aanpassen. De instellingen die in deze semi-automatische standen worden weergegeven kun je ook overnemen bij het handmatig fotograferen in de M-stand.
3. De instellingen aanpassen bij handmatig fotograferen
We weten dus nu hoe we aan de basis instellingen komen voor een goed belichte foto. Deze instellingen hebben we dus ingevoerd in de M-Stand en met deze instellingen krijgen we dus eenzelfde foto kwa belichting als in de automatische stand. Het grootste verschil is nu dat je met alles drie de instellingen kunt variëren voor een verbetering van de foto. Onderstaand een opsomming van de verschillende instellingen met een korte uitleg. In mijn fotoblog zijn artikelen en een fotografie cursus te vinden met een volledige uitleg over de werking van deze instellingen.
-
welke voorkeur kies je
- Diafragma: Wil je veel onscherpte in je achtergrond, of juist snel switchen tussen een scherpe en minder scherpe achtergrond? Kies in dat geval als prioriteit om het diafragma als eerste aan de passen naar een waarde waarmee jij wilt fotograferen. Bij een groot diafragma heb je maar heel weinig scherp in je foto, en kan je dus een mooie onscherpe achtergrond creëren. Bij een klein diafragma heb je veel scherpte in je foto, van voor tot achter is bijna je hele foto scherp.
- Sluitertijd: We hebben het diafragma gekozen nu kijken we naar de sluitertijd. Wanneer deze juist is hoef je natuurlijk niet aan te passen maar stel dat je aan sportfotografie doet. Je hebt waarschijnlijk net het diafragma bijgesteld, dan zul je de sluitertijd ook moeten aanpassen om weer tot een juiste belichting te komen. Een belangrijke tip hierbij is dat je rekening moet houden met de lengte van je objectief. Het ezelsbruggetje vertelt dat de sluitertijd minstens gelijk aan de lengte van de lens moet zijn. Stel je fotografeert met een objectief van 50 mm dan moet de sluitertijd minimaal 1/50 van een seconde zijn. Bij een 200 mm lens is dat dan 1/200s. Ons diafragma willen we niet meer aanpassen, want die hebben we net zorgvuldig bepaald. Maar gelukkig is er nog een waarde die we kunnen aanpassen!
- ISO-waarde: De ISO waarde gaat ons helpen. Zet je ISO waarde ietsjes hoger, en bekijk nog eens de sluitertijd die je camera aangeeft. Doe dit net zo lang tot je camera die sluitertijd 1/200e seconde aan geeft. Vind je dit toch allemaal wat lastig te onthouden? Print dan het schemaatje onderaan de pagina uit!

Door je diafragma goed te kiezen kun je leuke effecten bereiken zoals net deze flessen.
4. Lichtmeter of EV-shaal gebruiken
Om al die handmatige instellingen te kunnen controleren zit er een lichtmeter (EV-schaal) op je camera met een schaalverdeling. Deze lichtmeter geeft met een naaldje in het midden (0) precies aan, wanneer je de juiste belichting kwa instellingen hebt gevonden. Op die manier kun je dus elke combinatie maken van ISO, diafragma en sluitertijd om tot de juiste licht meting van je foto te komen. Als je de werking van deze lichtmeter begrijp dan kun je ook tot de conclusie komen dat licht meten in de auto- of semi automatische stand dus niet nodig is. Je zou bij handmatig fotograferen ook rechtstreeks met deze EV-schaal de juiste instellingen van de belichtingsdriehoek kunnen genereren!
Dan komt gelijk de vraag of de belichting van de foto dan ook zoveel anders zal zijn als met de auto- of semi automatische stand, In principe dus niet! Doordat we echter met alle drie de instellingen wijzigingen kunnen doorvoeren zal de foto er creatief wel anders uitzien. Er is echter nog een andere manier om een extra dimensie aan je belichting toe te voegen. Deze werkt net even iets anders in de semi automatische stand als in de handmatige M-Stand. We noemen deze mogelijkheid belichtingscompensatie en hebben er een artikel erover geschreven in onze fotografie cursus. voor meer duidelijkheid.
5. Belichtingscompensatie en stops.
We lieten de term hierboven al even vallen; belichtingscompensatie. Vandaag de dag is bijna elke camera wel voorzien van een zogenaamde correctie knop om de gemeten lichtwaarde te corrigeren. Met deze correctie knop ben je in staat voor de opname een correctie te maken en hiermee zwart als zwart weer te geven en wit als wit. Per camera fabrikant kan het symbool bij deze zgn. correctieknop verschillen Meestal geeft men deze knop aan met een + / – symbool zoals in de onderstaande afbeelding. Mocht je deze knop niet kunnen vinden check dan een het menu van je camera. Nog niet gevonden? Misschien dat de gebruiksaanwijzing een oplossing kan zijn;-)
Met deze correctie knop is het mogelijk om in de semi automatische stand meer licht toe te voegen aan je foto. Je kunt hiermee schaduwen oplichten of een High-key foto zien te maken. het is ook mogelijk om bij een zonsondergang juist onder te belichten om de kleuren intenser in beeld te krijgen. Op de EV-schaal zie je getallen van + naar – gaan. Als je naar de plus (+) draait zullen er meer witte tinten (overbelicht) in de foto versterkt worden. En ja, draai je naar de min (-) kant toe dan zul je meer zwarte (onderbelicht) tinten in de foto krijgen. We noemen dit het toevoegen van stops aan je belichtingswaarde. Wat stops zijn en hoe je ze gebruikt heb eerder al een artikel geschreven voor meer uitleg.

Met de juiste ISO-waarde en sluitertijd kun je met de handmatige stand beweging aan je foto meegegeven.
6. Controleer je histogram
In je camera heb je ook de mogelijkheid om de weergave van een histogram in te stellen. Het histogram is een soort van wiskundige weergave van je foto. Het geeft inzicht in de belichting en geeft de halftonen in een afbeelding, gerangschikt van de donkerste tot de lichtste partijen. Het is eigenlijk een x-y diagram. Op de x-as vind je het contrastbereik van je camera, ook wel het dynamische bereik genoemd. Op die horizontale as vind je alle mogelijke tonen die door de camera weergeven kunnen worden. Door te leren hoe het histogram werkt kun je handmatig fotograferen de juiste aanpassingen doorvoeren om je foto te perfectioneren. Het histogram is je rots in de branding om bij handmatig fotograferen de controle over je fotografie te houden. Klik op de onderstaan button voor meer uitleg.
7. Alles nog eens op een rij
In deze mini cursus handmatig fotograferen heb ik jullie zoveel mogelijk stap voor stap uitgelegd hoe je de M-stand kunt gebruiken. Nou kan ik mij voorstellen dat het nogal veel informatie is en dat het even moeite kost om dat allemaal op een rij te krijgen. Vooral als je de andere artikelen ook nog meeneemt die dieper op de verschillende onderwerpen ingaan. Mijn advies is dan om het onderstaande spiekbriefje uit te printen en te plastificeren voor in je fototas. Wanneer je even vastloopt of het niet meet overziet dan kan dit overzicht je reminder zijn om weer verder te kunnen gaan met je fotoshoot.
Vergeet vooral niet dat het eigenlijk helemaal niet moeilijk is om in de M-stand handmatig te fotograferen. Je moet weten welk diafragma en ISO gevoeligheid je moet gebruiken en de sluitertijd bepaal je door meerdere testfoto’s te maken. Je hebt daarmee de basis van het handmatig fotograferen eigenlijk gevonden. Belangrijk is om het histogram en de belichting regelmatig te controleren. Heb je met veranderende lichtomstandigheden te maken dan is er namelijk geen automatische stand die dit zal compenseren. Jij ben de enige die de juiste waardes kunt controleren en beheersen.
Veel fotoplezier!

Gebruik deze ‘cheatsheet’ als spiekbriefje om de jusite instellingen te vinden in de manuele stand.